Borstvoeding; moet dat echt?
Ik was in verwachting van ons eerste kindje. Wat een wonder! Wat een blijdschap! We gingen op controle en alles zag er prachtig uit. Bij de tweede controleafspraak vroeg de verloskundige ernaar of ik borstvoeding ging geven. Help!! Dit kleine mensje in mij stelde mij nu al voor dillema’s en zorgde al voor de eerste ruzie tussen een papa en mama in wording. Want…ik als nuchtere jonge vrouw houd niet zo van polonaise aan mijn lijf. Mijn stelling ‘kinderen worden met de fles toch ook prima groot’ werd onderuit gehaald door de papa in spe. De verloskundige liet ons maar even rustig bakkeleien. Manlief heeft namelijk gestudeerd en nogal wat kinderen voorbij zien komen waarbij sprake is van een hechtingsstoornis. Heel wat termen en goede onderbouwingen vlogen mij om de oren. Gelukkig kon dat kleine wurmpje nog niets horen….
Logisch dat we op controleafspraak 2 hier niet uit zouden komen. De verloskundige greep in! We zouden er nog rustig over nadenken en later op terug komen. Manlief was zo verstandig om het rustig bij mij te laten bezinken en sneed het onderwerp niet meer aan. Tot aan 36 weken heb ik getwijfeld en toen kwam dus weer die vraag. Inmiddels was ik erover uit dat proberen best kon, MAAR! met manlief sprak ik af dat als het niet ging, ik gewoon zou stoppen. Ik zou niet doorgaan tot het einde. Hij ging akkoord en zo kwam het moment dat ons meisje werd geboren. Ons lieve kleine meisje, ons prinsesje. Haar zou ik echt het allerbeste geven wat ik kon. Voor haar zou ik door het vuur gaan! De eerste keer dat ze probeerde te drinken was voor ons allemaal spannend. Zou het lukken? Zou ik genoeg hebben? Zou ze er goed van groeien? Het bleek dat we allemaal even onze draai moesten vinden. De kraamhulp hielp telkens weer geduldig met juist aanleggen en de voeding kwam op gang. Ik was trots op mijzelf, ik kon dit, ik kon ons meisje voeden en laten groeien. Toch gebeurde het dat die roze wolk grijs werd. De voeding kwam niet voldoende op gang en ik moest een keuze maken, stoppen met borstvoeding of haar om de 2 uur gaan aanleggen. En weer kregen haar papa en mama woorden, maar nu andersom. Manlief vond dat ik genoeg had gegeven van mezelf en dat we over moesten gaan op flesvoeding, maar ik daarentegen ben niet zo van het type opgeven. Nu dacht ik; ‘ik heb een keuze gemaakt en nu ga ik dit doen, ik ga ervoor’. Een intensief programma volgde, maar telkens als ik ons kleine meisje weer tevreden kreeg, als ik een moment had van haar en mij alleen, iets wat niemand ons kon afpakken, groeide het vertrouwen in haar en in mijzelf, wij tweeën konden dit!!! En het lukte. Tot onze dochter 5 maanden oud was heb ik haar zelf gevoed. Ze groeide, was tevreden en sliep heerlijk. Dagelijks meerdere momenten van haar en mij alleen. Wat was ik manlief stiekem dankbaar dat hij zo stellig was geweest. Na ons meisje volgde nog twee mannetjes en natuurlijk heb ik ook die twee jongens borstvoeding gegeven. Tuurlijk met een aantal downs, maar met veel meer ups. Trots kijk ik terug op die momenten, die momenten die niemand ons ooit kan afpakken en die nooit meer terug komen. Nu zijn onze kinderen alweer wat groter en denk ik weleens terug aan de woorden van manlief over een hechtingsstoornis. Daar is bij ons geen sprake van en of dat komt door de borstvoeding? Daar ben ik niet zo zeker van hoor, zo’n goeroe ben ik niet. Ik laat mijn man gewoon in de waarde dat dit zo is en ik? ik kijk terug op één van de meeste bijzondere perioden van mijn leven.